Vachtverzorging

Een Laekense herder heeft een ruwharige vacht en deze moet ongeveer 1 á 2 keer in het jaar getrimd worden als de vacht trimrijp is. Ik raad u aan de pup regelmatig op een tafel te zetten zodat hij tijdens de socialisatie al gewend raakt aan het betasten en kammen. Ik begin hier al mee tijdens de nestperiode. De puppyvacht kan met ongeveer 12 weken al verwijderd worden (afhankelijk van de vacht, verschilt per pup). Beloon de pup op tafel met wat brokjes of geef hem een kauwbotje. Even plukken en dan weer op de grond zetten en spelen.

Het vraagt enige oefening en durf maar het trimwerk is goed zelf te doen. Om de nieuwe vacht mooi terug te laten komen, bent u na het trimmen nog een aantal weken bezig om alles goed uit de vacht verwijderd te krijgen bijvoorbeeld door oude wol te verwijderen. Dit wordt zichtbaar als een witte waas in of over de vacht. Het trimmen kan met duim en wijsvinger gedaan worden en bv met behulp van een trimmesje. Dit levert meer grip op voor de duim. Door een plukje van de bovenvacht vast te pakken en met een rukje in de groeirichting van het haar te trekken, haalt u de rijpe bovenvacht weg. Met de andere hand houdt u gelijktijdig de huid strak.
Waar nodig knippen met een effileerschaar.

Trimschema voorbeeld: Beginnen bij de kop tot aan de staartpunt. Vervolgens de voorborst, zijkanten en de poten tot aan de ellebogen. Van de poten, snor en baard de vaak licht gekleurde rijpe haren verwijderen eventueel met een kam of trimmesje. Indien er overtollig haar over de tenen groeit, kunt u dit rond knippen zodat het gewenste kattenvoetje mooi benadrukt wordt. Zo ook bij de ellebogen wanneer en geen strakke lijn langs de ellenboog zichtbaar is (vaak groeit hier wat pluizig haar aan de buitenkant) De oren van de Laekense dienen scherpe randen te hebben, geen rafels aan de zijkanten. In de gehoorgang laat u wat haar staan en daar waar de oren beginnen. Er dient een geleidelijke overgang te ontstaan. Verder kunt u volstaan met het kammen van de hond en regelmatig het herdersharkje te gebruiken. Er zijn verschillende soorten trimmesjes verkrijgbaar. Na het trimmen en ontwollen de vacht eens per 2 weken grondig tot op de huid doorkammen zodat nergens klitten ontstaan. 

Herkenning van een trimrijpe vacht.  De haren vallen wij uit elkaar,, verbleken en laten los wanneer u er aan trekt.  De nieuwe vacht is reeds zichtbaar. Tegen die tijd vindt u haren in huis,  aan halsband enz. Let er op dat u de haren niet de diep wegtrekt (aan de punten vastpakken) alleen de verbleekte haren die makkelijk losgaan en zorg dat de nieuwe vacht al een aantal centimeters te zien is,  anders ontstaan er kale plekken in de vacht. Over de hele vacht de lengte gelijk maken zodat de vacht ook gelijkmatig terug groeit.

De haren op de randen en aan de achterkant van de oren, die van de kop en staart  (lange haren - als een veer,  aan de onderkant van de staart  werkt u vaker bij dan 2 keer per jaar. Eens in de 2 weken te vacht tot op de huid doorkammen (niet borstelen - dan komt u niet door de vacht heen) volstaat als tussentijdse vachtverzorging. 

Belangrijk is dat de vacht overal op het lichaam goed plukrijp is, 8 maanden tussen de plukbeurten in is bij de meeste vachten een passende richtlijn.